Van den Berg is medeoprichter van AI.nl, dat organisaties helpt om digitale transformatiestappen te zetten, en van het gelieerde softwarebedrijf The Automation Group. Met compagnon Remy Gieling schreef hij verschillende boeken over de materie, waaronder het Handboek AI Strategie (april 2024) en het zeer recent verschenen Slimmer werken met ChatGPT, Copilot en Gemini.
‘Het benutten van de mogelijkheden van AI is nog nooit zo toegankelijk geweest’, opende Van den Berg zijn bevlogen presentatie over slimmer, leuker en beter werk met AI. Om toe te voegen dat écht impact maken met AI investeringen vergt: van organisaties, van teams en van individuen. Hij haalde Gartner’s Hype Cycle erbij om te wijzen op humanoid working robots, helemaal onderaan de curve: ‘Amazon zag de mogelijkheden daarvan al vroeg. Ze zetten robots in om repetitieve taken te volbrengen die eerst door mensen werden uitgevoerd. In 2013 gebruikte Amazon duizend van die robots, tien jaar later waren het er 750.000. Daardoor kunnen de medewerkers zich toeleggen op betere klantenservice.’ Wie zaait zal oogsten, maakte Van den Berg duidelijk. ‘En als je weet wat er gaat gebeuren in de toekomst, kun je betere beslissingen nemen.’
Geen toverdoos
Met zijn voorspellende en generatieve gaven kan AI de weg vooruit wijzen. Maar het is geen toverdoos, waarschuwde Van den Berg in de Jaarbeurs. ‘Verwacht er geen wonderen van: het is en blijft wiskunde en statistiek, aangedreven door schier oneindige rekenkracht. Behalve een technisch vraagstuk is het ook een organisatorisch vraagstuk, dat vergeten bedrijven nog wel eens.’ In zijn adviespraktijk ziet hij vaak dat het verkennen van mogelijkheden met AI wordt overgelaten aan een klein clubje mensen, terwijl een brede aanpak die aansluit bij bedrijfsdoelstellingen meer soelaas biedt. ‘We komen ook veel bedrijven tegen die een push-benadering hanteren, in plaats van pull. Ze onderzoeken niet bij welke taken AI hun gerichte ondersteuning kan bieden, maar ze willen gewoon iets doen met AI, maakt niet echt uit wat. Je merkt dat Nederlandse bedrijven ongelooflijk zoekende zijn.’
Met een andere grafiek liet Van den Berg zien hoe technologische veranderingen zich exponentieel ontwikkelen, met de curve van een hockeystick, terwijl organisatorische veranderingen meer logaritmisch ofwel geleidelijk plaatsvinden. Anders gezegd: de organisatorische capaciteit ontbreekt doorgaans om nieuwe technische mogelijkheden in de praktijk te brengen, en het gat wordt alsmaar groter. Martec’s Law, wordt dat fenomeen wel genoemd. ‘Mensen zijn gewoontedieren’, verklaarde Van den Berg het beperkte aanpassingsvermogen van organisaties, waarmee hij aankwam bij de evolutie van werk.
AI als nieuw verlengstuk
Eeuwen geleden waren ambachtslieden met specifieke kennis de norm, aldus Van Den Berg. In de negentiende eeuw gingen machines het handwerk deels van hen overnemen, waardoor zij zich op verdere productontwikkeling konden concentreren. Weer een eeuw later kwam automatisering op. Ook dat leidde niet tot grootschalig verlies van mensenwerk; waar werknemers uit fabrieken vertrokken, stroomden kantoren vol. Van den Berg trekt de lijn door: ‘AI is weer een nieuw verlengstuk om kennis op een goede manier toe te passen. In de jaren zestig, na de introductie van de rekenmachine, gingen leraren de straat op omdat ze bang waren voor baanverlies. We kunnen vaststellen dat die angst ongegrond was.’
Exponentieel denken
De keynote spreker daagt board rooms uit om over hun koudwatervrees heen te stappen en exponentieel in plaats van lineair te gaan denken. Bedrijven zouden continue verandering als norm moeten accepteren om de genoemde kloof te kunnen overbruggen en daar technologische keuzes op af moeten stemmen. Van den Berg haalde voorbeelden aan van onder andere Picnic, dat zijn magazijnen grotendeels automatiseerde en van Shoeby, dat dankzij partner WAIR ‘een spreadsheet met 3,2 miljard rijen aan data’ gebruikt om zijn kledingverkoopsnelheid tegen volledige verkoopprijzen te verhogen.
Menselijke aspecten
Bedrijven die exponentieel denken en met de tijd meegaan kunnen het gat tussen technologische theorie en organisatorische praktijk dichten, aldus Van den Berg, en daarmee hun concurrentiepositie versterken. Ja, banen veranderen volgens de AI-evangelist, maar nee: ze verdwijnen niet. Werken wordt er allicht leuker op, zo worden kritisch denken, aanpassingsvermogen en communicatieve vaardigheden meer dan ooit aangesproken: ‘AI maakt de menselijke aspecten van medewerkers juist vele malen belangrijker.’